Eengezinswoning zonder vergunning opgesplitst
In volgend vonnis beweerden de huurders dat het woninghuurcontract nietig was. Het gebouw waartoe het appartement behoorde, stond stedenbouwkundig bekend als eengezinswoning die zonder vergunning opgesplitst zou zijn in drie woongelegenheden.
De vrederechter wijst erop dat de regelgeving op de ruimtelijke orde en stedenbouw van openbare orde is. Als het gebouw gesplitst is zonder vergunning, dan hebben de huurcontracten een ongeoorloofd voorwerp. Immers, door het huurcontract wordt een situatie gecreëerd, minstens in stand gehouden, die in strijd is met de openbare orde. Het huurcontract is absoluut nietig. Volgens de vrederechter is de strijdigheid van het gebouw met de regelgeving op de openbare orde en stedenbouw niet afdoende bewezen. De nietigheidsvordering wordt afgewezen.
Volgens de huurders waren er tevens problemen met de minimale woningkwaliteitsnormen. Zij hebben echter geen bewijsstukken omtrent deze stelling voortgebracht, waardoor de vrederechter dit niet bewezen acht en het huurcontract niet vernietigd moet worden op deze grond.
Vred. Antwerpen (II) 31 oktober 2019
Bron: De Raeymaecker, B., & Carette, N. (2024). Woningkwaliteit. Een rechtspraakanalyse. Leuven: Steunpunt Wonen, pp. 64 e.v. Te raadplegen via https://steunpuntwonen.be/wp-content/uploads/2024/11/WP04_Woningkwaliteit.pdf.