Geschil over huurachterstallen en bezettingsvergoeding na opzegging huurcontract
Het huurcontract dateerde van 1 juni 2019 en werd aangegaan voor een jaar. De gevolmachtigde van de verhuurder zegde het huurcontract op met een opzegtermijn van 3 maanden. Uiteindelijk bleven de huurders nog tot midden juli 2020 en ontstond er discussie tussen de partijen over huurachterstallen en de bezettingsvergoeding.
Huurders meenden immers geen vergoeding verschuldigd te zijn vanaf maart 2020, gelet op de bevindingen uit het conformiteitsonderzoek van februari dat meer dan 15 strafpunten had toegekend aan de woning.
Zij willen dat het huurcontract vernietigd wordt. Evenwel leggen zij enkel het ongeschiktheidsbesluit van de gemeente voor, maar niet het volledige technisch verslag. Het vredegerecht kon dus niet achterhalen wat de eindscore van het pand is. Daarnaast merkte de vrederechter op dat de woning na een eerder conformiteitsonderzoek van augustus 2019 niet ongeschikt werd verklaard. De vordering werd dan ook afgewezen.
Voorts konden de huurders niet aantonen dat de verhuurder op de hoogte was van enige gebrek vooraleer hij het technisch verslag ontving en dat hij zouden hebben geweigerd deze op te lossen. Er kon hem dus geen mindergenot verweten worden. De huurders zijn wel achterstallige huurgelden verschuldigd en een bezettingsvergoeding. Voorts krijgt de verhuurder de verbruikskosten van het stookolieverbruik, de kosten van ontruiming en van de aangebrachte beschadigingen terugbetaald. De huurwaarborg werd aan hem vrijgegeven.
Vred. Tongeren 1 april 2021
Bron: De Raeymaecker, B., & Carette, N. (2024). Woningkwaliteit. Een rechtspraakanalyse. Leuven: Steunpunt Wonen, pp. 19 e.v. Te raadplegen via https://steunpuntwonen.be/wp-content/uploads/2024/11/WP04_Woningkwaliteit.pdf.