Terug
Header image for news article

Dispuut over achterstallige huurgelden na beëindigen huurcontract

Verhuur
25/11/2025
Uitspraak van 21/09/2023

Een huurcontract afgesloten voor 9 jaar met ingang op 1 maart 2020 werd vervroegd beëindigd door de huurder in november 2022. Er bestond nog discussie tussen partijen omtrent achterstallige huurgelden. De huurder betwiste deze achterstallen niet, maar beweerde dat hij deze inhield omdat de verhuurder geen herstellingen uitvoerde. 

In februari 2021 werden er al problemen gesignaleerd aan de verhuurder, waarna er slechts een gedeeltelijk herstel gebeurde. In april 2020 werd de verhuurder in gebreke gesteld omtrent meerdere gebreken. Hij reageerde hierop en trachtte herhaaldelijk langs te komen met aannemers, wat bemoeilijkt werd door de huurder. In mei 2022 werd een conformiteitsonderzoek uitgevoerd. De woning werd in september ongeschikt en onbewoonbaar verklaard.

Het vredegerecht wijst in haar vonnis dat de huurder bij een ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring niet zomaar het betalen van het huurgeld mag staken. Wel is een vermindering of teruggave mogelijk. 

De huurder wilde de nietigverklaring van het huurcontract, maar werd hierin niet gevolgd door de vrederechter. De intredende plaatsbeschrijving en de voorgelegde attesten tonen immers voldoende aan dat de woning bij aanvang geen noemenswaardige gebreken vertoonde.

Inmiddels werd er door een deskundige een plaatsbezoek uitgevoerd, die verschillende gebreken vaststelde. Uit zijn bevindingen blijkt dat de huurder inderdaad een mindergenot leed, omdat de verhuurder naliet om de noodzakelijke verhuurdersherstellingen tijdig uit te voeren. Dit mindergenot wordt begroot op 675,00 euro en geldt voor de periode april- augustus 2022. Om de huurschade vast te stellen vergeleek de vrederechter de intredende plaatsbeschrijving (situatie bij aanvang huur) en de uittredende plaatsbeschrijving (situatie bij vertrek) met elkaar. De voorgestelde begroting van de schade achtte de vrederechter niet overdreven.

Vred. Sint-Niklaas 22 september 2023

Bron: De Raeymaecker, B., & Carette, N. (2024). Woningkwaliteit. Een rechtspraakanalyse. Leuven: Steunpunt Wonen, pp. 19 e.v. Te raadplegen via https://steunpuntwonen.be/wp-content/uploads/2024/11/WP04_Woningkwaliteit.pdf.

Enkel CIB-leden kunnen reageren op dit artikel. Ben je toch CIB-lid? Vervolledig dan je authenticatie door op de knop hieronder te klikken.
Ik ben CIB-lid